Het ontstaan van de begraafplaats
Rond 1830 mocht er niet langer binnen de bebouwde kom begraven worden vanwege hygiënische redenen. Daarom werden er vanaf die tijd buiten de stadsmuren nieuwe begraafplaatsen aangelegd. In 1864 kregen de katholieken in Rotterdam hun eigen begraafplaats. De buitenplaats “Groenendaal” in Crooswijk werd aan het Bisdom gelegateerd, met de voorwaarde, dat deze moest worden ingericht als katholieke begraafplaats voor alle parochies van Rotterdam. Deze ‘R.K. Begraafplaats te Crooswijk’ werd ontworpen door architect H.J. van den Brink en was klaar in 1869.
De begraafplaats was toen de enige begraafplaats in Nederland van het Italiaanse ‘Campo Santo’ type. In de Middeleeuwen werden monniken veelal begraven in de kloosterhof. Vanaf de 13de eeuw ging men ook begraafplaatsen aanleggen in de vorm van een ‘kloosterhof’ met rondom overdekte kruisgangen. De begraafplaats werd ‘heilig veld’: ‘Campo Santo’ en was omsloten door arcade-galerijen met bovengrondse grafkelders.
Vanaf de entree loopt een pad in een rechte lijn naar de kapel. Van daaruit lopen straalsgewijs de hoofdpaden. Achter de kapel liggen cirkelvormige paden en vakken. De overige vakken zijn rechtlijnig en diagonaal ingedeeld.
In 1999 werd de naam ‘R.K. Begraafplaats te Crooswijk’ gewijzigd in Begraafplaats St. Laurentius. Laurentius was diaken en zette zich in voor het welzijn van de kansarmen. In 258 stierf hij in Rome de marteldood onder keizer Valerianus. Ook het bisdom Rotterdam en de stad Rotterdam zijn aan deze heilige toegewijd. ‘Begraafplaats St. Laurentius’ wordt in 2013 ‘Begraafplaats en Crematorium Laurentius. Gedenktuin in Kralingen-Crooswijk’. Vanaf oktober 2012 tot in de herfst van 2013 wordt gebouwd aan een nieuw crematorium en de uitbreiding van het entreegebouw. Architecte Ineke Hulshof uit Delft hield in haar ontwerp rekening met de intieme sfeer van de historische begraafplaats.